Oud Veendam

Plan Zuid



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Tot voor 1935 bestond het gebied tussen de Kerklaan enerzijds en de Nieuwe Laan anderzijds voornamelijk uit weilanden waartussen het riviertje de Oude AE zijn weg vond. Wel was de begraafplaats bij de Hervormde kerk aan de Kerklaan verder zuidwaarts uitgebreid. Halverwege de dertigerjaren werd een begin gemaakt met de nieuwe uitbreiding Plan Zuid. Het gebied werd begrenst door de Kerklaan, het Boven Westerdiep, de Kleine Laan en het Boven Oosterdiep. Om de nieuwe wijk te ontsluiten moesten er ontsluitingswegen worden aangelegd.

Aan de Kerklaan werd de winkel van de familie Stant aangekocht en afgebroken. De ontsluitingsweg die op deze plaats werd aangelegd kreeg na de oorlog de naam J.G. Pinsterstraat, vernoemd naar de in de oorlog gevallen verzetstrijder Jurjen Geert Pinkster.

De straat gaat na de kruising met de Julianalaan over in de Prins Bernardlaan. Om aansluiting te verkrijgen met de Bernardlaan werden aan de Kleine Laan een aantal woningen afgebroken.

Op de grens van het Boven Oosterdiep en het Bocht Oosterdiep stond de boerderij van de familie Doornbosch. Deze werd afgebroken ten behoeve van de Julianalaan die aansluiting kreeg met het Boven Westerdiep. Aan het Boven Westerdiep werden daartoe woningen afgebroken. Halverwege de jaren vijftig gaat de Julianalaan in oostelijke richting over in de van Stolbergweg en in westelijke richting in de Veendammerweg.

Aan het Prins Hendrikplein werden woningen afgebroken om een verbinding te realiseren met de latere Kazemierstraat. Ook deze straat werd vernoemd naar een gevallen verzetstrijder, Jochem Kazemier.

Door het gebied stroomde het oude veenriviertje de Oude AE. Deze werd in het zuidelijkste deel van de nieuwe wijk naar het riool verbannen terwijl hij ter hoogte van de Wilhelminasingel vergraven werd tot een vijverpartij. Het riviertje kruist de Julianalaan en stroomt verder door de gracht van de begraafplaats in het Julianapark. De begraafplaats werd in de nieuwe woonwijk geïntegreerd door de aanleg van een brede groenstrook. De woningbouw in de wijk bestaat voornamelijk uit vrijstaande of dubbele middenstandswoningen. Tevens werd in de wijk 1955 een bejaardentehuis, de AE-Horst en in 1959 een school voor technisch onderwijs gebouwd. De AE-Horst is eind jaren tachtig vervangen door nieuwbouw.

Een ander pand dat nadrukkelijk aanwezig was, was de voormalige autogarage van de familie Van der Ploeg. Ook dit pand is door de sloperhamer geveld en vervangen door een appartementencomplex. Het gebied ten zuiden van de Kleine Laan werd pas na de 2de wereldoorlog bij Plan Zuid gevoegd. Daar geen van de leden van de joodse gemeenschap, op één Veendammer familie na, de oorlog overleefde raakte de plaatselijke synagoge in onbruik. Deze werd door de gemeente en begin jaren vijftig aangekocht. Hierdoor kwam de weg vrij om de Bernardlaan door te trekken en via de Bendikstraat aan te sluiten op het Boven Oosterdiep. Hiertoe werd een woonwinkelpand aan het Boven Oosterdiep afgebroken. Om de aansluiting te verbreden werd later ook de voormalige woning van de rabbijn gesloopt. In 1969 kreeg de Bendikstraat een verbinding met het Boven Westerdiep ter ontsluiting, via het Skagerak, van de nieuwbouwwijk Sorghvliet. Dit laatste deel van Plan Zuid werd ingevuld door de bouw van enkele scholen.

Tijdens de 2de wereldoorlog kregen enkele straten een andere naam daar zij verwezen naar namen van het koninklijk huis. De Julianalaan heette Plantsoenlaan, de Bernardlaan heette Zuiderlaan, de Wilhelminasingel heette Singel en de Beatrixstraat was de Singelstraat. Na de 2de wereldoorlog werden de oude namen weer gehanteerd.

Vele Veendammers hebben hier het eerste levenslicht aanschouwd toen ze te wereld kwamen in de kraamkliniek van het St. Fransiscus. In 1910 waren er reeds plannen voor de oprichting van een katholiek ziekenhuis. Pas in 1930 werd overgegaan tot de oprichting en bouw een pensiontehuis met bijbehorende kraamkliniek. In 1931 werd het tehuis geopend en kan men het zien als het eerste bejaardenhuis van veendam. In 1985 werd de kraamkliniek gesloten en recentelijk werd de latere aanbouw en voormalige kraamkliniek gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Het oorspronkelijke gebouw uit 1931 werd gerestaureerd.