Oud Veendam

Brand 1906, het tweede deel



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Op een gegeven moment staan niet minder dan 10 panden in de brand en dreigen vijf panden aangetast te worden door het vuur. Het moet een indrukwekkend gezicht geweest zijn de hoeveelheid en omvang van de branden.

Het vuur gaat grillig en onvoorspelbaar te werk. Niet alle huizen in de rij vallen ten prooi aan de vlammen. De woning naast de boerderij van Eerkes wordt wonderwel door het vuur gespaard terwijl de kruidenierswinkel van de gezusters Sinnighe wel tot de grond toe afbrandt.

De grote villa van Douwes wordt ook door het vuur verzwolgen terwijl de rentenierswoning van Sinnighe ernaast er redelijk goed vanaf komt. Het pand van Stelmaker Bakker ernaast brand volledig af. De tussenliggende panden brandden dan wel niet af maar hebben wel veel waterschade.

De brand woekert door op zoek naar een nieuwe prooi en de brandweer heeft de grootste moeite om de brandden te bestrijden. Telkens weer weet het vuur een pand te veroveren en te veranderen in een brandende toorts. Maar de brand blijft niet beperkt tot de panden aan de wegzijde.

Aan de overzijde van het Oosterdiep staat de Doopsgezinde kerk en aanpalende pastorie. De pastorie is net een jaar oud en verving de bekend witte pastorie die bekend geworden is als woonhuis van predikant Anthony Winkler prins.

Anthony Winkler prins nam zijn intrek in de pastorie in 1850. Hij kwam van het Friese Tjalleberd en kon niet bevroeden dat zijn verhuizing naar het Groningse Veendam zou zorgen dat zijn naam ook nu door velen wordt gekend. Hij was de grote initiator tot de oprichting van de Hoogere Burgerschool, een latijnsche school voor meisjes en een kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen.

Winkler Prins was in 1878 medeoprichter van de vrijmetselaarsloge Het Noorderlicht te Veendam, waarvoor hij enkele gedichten en gezangen schreef. Op 31 oktober 1879 richtte hij met andere notabelen de Eerste Groninger Tramway Maatschappij op. Deze zou op den duur de langste paardentramlijn van Europa onderhouden. In de jaren tachtig probeerde Anthony Winkler Prins samen met plaatselijk notabelen de spoorlijn van de NOLS via Veendam te laten Lopen.

Deze spoorlijn zou in eerste instantie aan de westzijde van Veendam gerealiseerd worden maar het eerste initiatief werd wegens geldproblemen afgeblazen. Maar het bekendst werd Winkler Prins natuurlijk als schrijver van vele artikelen in kranten, het maken van gedichten en het vertalen van wetenschappelijke werken uit het duits en engels. Maar het bekendste werk is natuurlijk de naar hem vernoemde encyclopedie.

Winkler Prins accepteerde het verzoek van de Amsterdamsche uitgever Brinkman om hoofdredacteur te worden van een geïllustreerde encyclopedie. Dertien jaar heeft hij er aan gewerkt en in 1870 verscheen het eerste deel van de 'Geïllustreerde encyclopedie'. Twaalf jaar later, in 1882, verscheen het zestiende en laatste deel. In datzelfde jaar ging Winkler Prins, die inmiddels 65 was geworden, als dominee met emiraat en verhuisde naar Amsterdam om dichter bij zijn kinderen te wonen.

Winkler Prins bleef tot op hoge leeftijd uiterst energiek en vitaal. Hij was 78 jaar toen hij met een van zijn vier zoons over de Kagerplassen van Lisse naar Leiden schaatste en terug. Op zijn tachtigste preekte hij weer eens in Veendam en op Schiermonnikoog. Voor de Delftse Courant schreef hij nog 150 hoofdartikelen. In totaal zou hij in zijn leven 39.000 velletjes A4 formaat hebben volgeschreven.

Winkler Prins overleed in 1908 op 90-jarige leeftijd te Voorburg. Na zijn overlijden opende een dochter een briefje van hem. Daarin stond:

"Als ik mocht overlijden, dan mogen mijn vrouw en kinderen weten dat ik een lang en gelukkig leven heb gehad. Het bericht van mijn overlijden moet alleen geplaatst worden in de Nieuwe Veendammer Courant."

Op 9 september 2005 is het echtpaar Winkler Prins herbegraven op de begraafplaats in het Julianapark te Veendam. Ten tijde van de nieuwbouw van de pastorie in 1905 was Anthony Winkler Prins er al niet meer woonachtig.

De brand aan de overzijde vond een nieuwe prooi en brandstof in de kerktoren van de doopsgezinde gemeente. Binnen de kortste keer brandde de toren als een fakkel. Na enige tijd was de toren door de vlammen zover aangetast dat deze met donderend geraas ineenstortte. De restanten van de toren stortten door het dak in de kerk. Onder de toren bevond zich het kerkorgel van de Veendammer orgelbouwer Roelf Meijer. De restanten van de toren namen tijdens hun val het orgel uit 1870 mee dat onherstelbaar werd beschadigd. Naast de kerktoren brandden ook de woning van weduwe Enthoven en rijksambtenaar Kok af. Achter de kerk brand ook nog een boerenbehuizing met stallen af.

De voortdurende brand trekt van heinde en ver publiek en met veel moeite kan de mensenmenigte in goede banen geleid worden door gemeente politie die versterking heeft gekregen van het marechaussee korps uit Muntendam en Bareveld. De hele middag is er geen doorkomen aan en is het verkeer van de paardentram stil gelegd. Ook de stroomvoorziening van de EMV is onderbroken. De brand kan pas aan het eind van de middag bedwongen worden en tegen zeven uur 's avonds is de brand zo goed als gedoofd. Het tramverkeer komt weer op gang en ook de stroom wordt weer op het net gezet. Een geluk bij een ongeluk is het feit dat de brandweer heeft kunnen voorkomen dat belangrijke gebouwen zoals de synagoge, de nieuwe Doopsgezinde pastorie, de Rooms-katholieke kerk met aangrenzende pastorie en ambachtsschool gespaard blijven.

In de daarop volgende dagen wordt de schade opgenomen en die is voor die tijd genomen enorm. Hier volgt een opsomming;

  • H. Veenhuizen, boerderij f 5000,-; inboedel en boerenbeslag met ongedorst graan f 6000,-.
  • N.J. Polak, voor ongeveer f 150,- woning van Polak, waar Bos en Zuidema wonen voor f 900,
  • Eerkes boerderij, schuurtje en loods f 7550,-.
  • H. Douwes, inboedel, boerenbeslag en koren f 9200,-.
  • Mej. Sinnige, huis f 5000,-, inboedel, winkelgoederen enz. f 5513,-.
  • G. Bakker, nieuw gebouw f 1500,-, inboedel f 1500, hout en gereedschappen f 2500,-, wagenmakerij f 1000.-.
  • G. Bakker, oud huis f 2200,-, inboedel van D. de Vries f 685,-, inboedel van Ploeger f 600,-.
  • Huis van de weduwe Enthoven f 3000,-, inboedel idem f 1400,-, inboedel M. Kok f 2000,-.
  • Huis Doopsgezinde gemeente f 2000,-, inboedel J. Dik f 500,-, inboedel A. Boiten, samen met winkelgoed f 700,-.
  • Doopsgezinde Kerk, bewoond door Freek Koetse f 1000, - .
  • J.C. Drenth, huis f 2500,-, gereedschappen en machines f 250,-, koper en blik, enz. f 150,-, winkelgoederen f 2200,-.

Vrij snel wordt overgegaan tot herbouw en restauratie van de overgebleven panden. De boerderijen van Veenhuizen en Eerkes worden herbouwd. Hierbij wordt de boerderij herbouwd op de nieuwe rooilijn dus verder van de rijbaan af. Woningen en winkels herrijzen. De doopsgezinde kerk blijft echter verstoken van een nieuwe toren. Vanaf het moment herstel van het kerkgebouw wordt de plaats van de voormalige toren gesierd met een dakruiter.

In een gemeenteraadsvergadering gehouden enkele dagen na de ramp wordt de brand geëvalueerd en komt men tot de conclusie dat de brandbestrijding in de toekomst anders en meer gestructureerd georganiseerd moet worden om een herhaling van deze desastreuze brand te voorkomen in de toekomst.

Branden zijn van alle tijden maar een brand van de omvang van 1906 heeft Veendam nooit meer gekend en met het uitstekende korps van heden ten dage zal een zo omvangrijke brand nu ondenkbaar zijn