Regio

Veteranen uit Veendam (deel 1)



Bosnië-01_resize.JPG

Afgelopen zaterdag 1 september was de Nationale Veteranendag. De gemeentes Pekela en Veendam organiseren jaarlijks een bijeenkomst voor hun veteranen waarbij men onder het genot van een hapje en een drankje met elkaar de ervaringen kan uitwisselen. Het leek ons van ParkstadVeendam.nl leuk om deze verhalen te publiceren om te laten zien wat Veendammers en Pekelders bijgedragen hebben aan de wereldvrede. Dit is ook een oproep: bent u, of kent u, een veteraan uit de gemeente Veendam of Pekela die ook z'n verhaal wil doen? Neem dan contact op met de redactie, info@parkstadveendam.nl.

Uitzending voor UNPROFOR naar Bosnië.
In 1989 ben ik beroepsmilitair geworden, kort verband vrijwilliger met een contract voor 5 jaar. Na een opleiding van ruim een jaar bij de verbindingsdienst werd ik paraat gesteld bij 103 verkenningsbataljon in Seedorf (Duitsland). Ik heb het hier erg naar mijn zin gehad. Het was de tijd van perestrojka, het vallen van de Berlijnse muur en de demilitarisatie met het afschaffen van de dienstplicht. Een makkelijke tijd zo leek het. Het was ook de tijd van de eerste Golfoorlog en de oorlogen in voormalig Joegoslavië en meerdere collega’s melden zich als vrijwilliger voor een uitzending naar oorlogsgebied, ik had die ambitie zelf niet op dat moment.

Groot was dan ook mijn verbazing toen ik op een ochtendappél in augustus 1992 de opdracht kreeg om mij bij de S1 (hoofd personeelszaken) van het bataljon te melden. Deze viel gelijk met de deur in huis: “Heb jij er bezwaar tegen om uitgezonden te worden naar Joegoslavië?” Die vraag valt je rauw op je dak en ik kreeg een dag de tijd om daarover na te denken.

Gedurende die dag bespreek je het met je collega’s waarvan er toch een paar jaloers waren (waarom hij wel en wij niet, wij hadden ons aangemeld). Je belt met het thuisfront, in mijn geval m’n ouders, die uiteraard niet blij zijn met dat vooruitzicht en je gaat bij jezelf te rade: “moet ik het wel of niet doen, wat zijn de risico’s en wat voor reden kan ik bedenken om het niet te doen”. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat ik voor mezelf geen geldige reden kon bedenken om het niet te doen, je tekent een contract voor 5 jaar bij defensie en je weet dat deze situatie zich voor kan doen. Wie A zegt moet dan ook B zeggen! Bovendien lokt het avontuur natuurlijk ook. (Dat was mijn persoonlijke conclusie, geen waardeoordeel over conclusies van anderen!)

Nadat ik mijn antwoord had gegeven aan de S1 kreeg ik de order dat ik mijn spullen kon pakken en terug kon gaan naar Nederland waar ik me de volgende maandag mocht melden in Ede ter voorbereiding op de missie. Dit was een feest van herkenning, ongeveer de helft van de mensen waarmee ik in de opleiding had gezeten waren daar ook aanwezig omdat men specifiek gezocht had naar verbindingsdienst personeel. Hierop volgden 4 weken opleiding, briefings (onder andere over de politieke situatie in voormalig Joegoslavië) en de noodzakelijke inentingen. Na afloop werden we naar huis gestuurd in afwachting van de daadwerkelijke uitzending.

Half oktober was het zover, mijn ouders brachten me naar de legerplaats in ’t Harde vanwaar we met bussen vertrokken naar de luchtmachtbasis Eindhoven. Daar gingen we met een passagierstoestel van de Belgische luchtmacht naar Zagreb in Kroatië, een oude Joegoslavische luchtmachtbasis die door de VN gebruikt werd als Logbase Zulu, waar we onze VN-legitimatie kregen en uitrustingsstukken zoals de blauwe helm, kogelvrij vest en het persoonlijk wapen, de UZI. Ook kregen we hier voorlichting over het gevaar van landmijnen met een paar levensechte voorbeelden wat voor schade deze kunnen uitrichten.

Bosnië-09_resize.JPG

Na een paar dagen gingen we dan op weg naar onze uiteindelijke bestemming, de Bihac pocket, een moslimenclave in het uiterste noordwesten van Bosnië, omringt door Servische separatisten in zowel Bosnië als in aangrenzend Kroatië. In een lange colonne gingen wij, 11 Nederlanders van het 1 UN(NL) SIGBAT, met een paar honderd Franse VN-militairen van het transportbataljon FRABAT3 op weg naar Velika Kladusa waar we onze eerste tijdelijke basis moesten inrichten. De missie was het transport van hulpgoederen naar de enclave. Wij waren het eerste detachement VN-militairen die naar Bosnië gingen en moesten daar nog kwartier maken. De reis ging dwars door Kroatië en de Krajina waar onderweg veel sporen te zien waren van de oorlog. Kapotgeschoten huizen en eindeloos veel roadblocks.

Bosnië-011_resize.JPG

We kwamen aan op het terrein van een nog niet afgebouwde slachterij. De eerste nachten sliepen we, gezamenlijk met de Fransen, op veldbedden in de lege loodsen op het terrein en aten we aan lange tafels in een andere loods. Van enige privacy was geen sprake. Later kregen wij, met z’n elfen, ons onderkomen in de niet voltooide kleed en doucheruimte van de slachterij en ons comcenter konden we inrichten in een andere nog niet voltooide ruimte.

Onze taak was het verzorgen van de communicatie tussen het Franse bataljon en het VN-hoofdkwartier in Sarajevo, dit deden we met een 24x7 bezetting van ons comcenter, wat nog een hele uitdaging is met twee leidinggevenden en 9 manschappen. Het communiceren verliep sowieso niet heel vlot omdat zelfs de verbindingsmensen van de Fransen geen Engels spraken en wij nauwelijks Frans. Ook hebben we regelmatig berichten verzonden voor oorlogscorrespondenten van diverse media.

Ook naderde de winter in een rap tempo en deze is erg koud op de Balkan. In de niet afgebouwde slachterij werd in spoedtempo door lokale bouwvakkers de verwarming nog aangesloten, wat regelmatig leidde tot een waterballet omdat de lasnaden van de leidingen het begaven, maar echt warm konden we het er niet krijgen. Menige nacht werd doorgebracht in het comcenter met twee man bibberend onder een deken en een elektrische straalkachel tussen ons in.

Bosnië-010_resize.JPG

We hebben er ook veel mooie momenten gehad. In Velika Kladusa was een klein kroegje en onze Sergeant-majoor had geregeld dat we onze jeep naast het gebouw konden parkeren. We hebben daar vaak een pilsje gedronken maar nooit een rekening gezien. Wel was op mysterieuze wijze altijd onze jerrycan met diesel van de jeep leeg als we weer terug waren op de basis. Ook het contact met de lokale moslimbevolking was hartelijk, we zijn zelfs eens uitgenodigd bij mensen thuis voor een kopje koffie, op oosterse wijze gezet, met baklava. Ook hebben we hier een puppy geadopteerd wat op straat leefde, deze hebben we Velika genoemd en was vanaf dat moment onze mascotte. Velika is later met een van de dienstplichtige soldaten meegegaan naar Nederland en heeft hier verder geleefd als boerderijhond.

Bosnië-04_resize.JPG

Onze vrije tijd brachten we door met lezen, video’s kijken en televisie. Gelukkig kregen we een satellietontvanger en een televisie mee zodat we naar RTL en Filmnet konden kijken. Ook konden we, als de situatie het toe liet, af en toe mee naar Zagreb voor bevoorrading of naar naburige Nederlandse comcenters in de Krajina om te zien hoe de collega’s daar leefden. De andere Nederlandse comcenters in Bosnië heb ik nooit gezien, het was gewoon te gevaarlijk om vanuit Bihac richting Sarajevo te reizen. Reizen buiten de Bihac pocket ging sowieso al met kogelvrijvest aan en bewapend met scherpe munitie.

Op zo’n missie is het contact met het thuisfront heel belangrijk, ik schreef en kreeg regelmatig brieven van thuis en ook kregen we per dag 1 minuut telefoontijd via de satelliettelefoon waarmee we eens per twee weken even met thuis konden bellen. Ook hadden we in de 6 maanden dat we uitgezonden werden recht op een verlof van 10 dagen zodat ik oud en nieuw van 1992/1993 thuis heb kunnen doorbrengen.

Bosnië-012_resize.JPG

In januari verhuisden we naar de nieuwe locatie nabij Cazin op het terrein van een steengroeve. Hier kregen we containers waarin we konden wonen en werken. Ook waren hier betere sanitaire voorzieningen en een gelegenheid om zelf de was te kunnen doen. Na 3 maanden in een slaapzak op een veldbedje ga je een fatsoenlijk bed echt waarderen.

Bosnië-07_resize.JPG

Gelukkig heb ik van de oorlog zelf niet veel gemerkt. Het is wel even wennen om in de loop van een Kalasjnikov te kijken bij een roadblock maar de VN had gelukkig nog het respect van de strijdende partijen daar. De meest spannende momenten waren een rare lucht in het comcenter waarbij we de gasmaskers gebruikt hebben (bleek achteraf een overbelaste elektrische leiding) en een bijna-ongeluk met de vrachtauto boven een ravijn.

Eind maart 1993 was mijn rotatie afgelopen en vlogen we vanaf Zagreb met een DC10 van Transavia terug naar Nederland. Bij onze aankomst op Schiphol werden we naar een afgelegen hal geleid alwaar we uit handen van de commandant der strijdkrachten nog een medaille kregen. Alle familie was daar ook verzameld om ons af te halen.

20180905_100404.jpg

Na een welverdiende vakantie en debriefing moet je dan weer terug naar je eenheid waar in 9 maanden een heleboel is veranderd. Ik heb daarna nooit meer echt kunnen wennen aan het kazerneleven en was in 1994 blij dat m’n contract afgelopen was.

Al met al was het een once-in-a-lifetime ervaring waarvan ik blij ben dat ik hem heb mogen meemaken hoewel ik mij terdege besef dat het ook heel anders had kunnen aflopen, zoals wat er gebeurd is in Srebrenica. Ik ben blij dat mij dat bespaard is gebleven.

Gert Jan Kruizinga

Fotoalbum: