Door Jacob Kuipers

Er zijn mensen die met 'groene' vingers zijn geboren. Tijdens een wandeling met mijn hond Balou bleef ik stilstaan bij een tuin die de titel 'pracht en praal' makkelijk kan verdragen. Dit kleurrijke geheel is te zien bij Vereniging Tuinrecreatie Veendam. Ik had het geluk aan mijn zijde dat de huurder van deze tuin aanwezig was. En hij stemde in om een praatje te maken met de verslaggever. Dertig jaar geleden is het alweer dat de heer Jacob de Jonge een tuin huurde. “Ik kom uit Hoogezand en we hebben altijd in Hoogezand-Sappemeer gewoond. Vervolgens hebben we een huis gekocht en daarna heb ik een volkstuin gehuurd”. Vervolgens woonde de familie in Borgercompagnie en huurde een volkstuin.

“Op Kalkwijk in Hoogezand had ik dus ook al een volkstuin. Die heb ik ook mee opgericht. Deze tuin was in een slechte staat en ik heb dat allemaal in orde gebracht. Daarna ben ik naar de volkstuinvereniging in Veendam gegaan en heb hier een tuin gehuurd. Langzaamaan heb ik hier een huisje en een kas op gezet. Daarna heb ik er nog 2 tuinen bij genomen en daar stond ook een kastje op” De Jonge is een selfmade man. Een man dus die alles zelf doet. “De fuchsias kweek ik allemaal zelf. Ik stek alles, behalve crysanten”.

De Jonge is er eigenlijk mee groot geworden. Daarna heeft de man van de 'groene vingers' de tuinbouw avondschool gehad, waar hij les kreeg in groente en fruit. “Op mijn 45ste jaar heb ik nog een hovenierscursus gedaan. En dat heb ik met succes afgerond”. Scholing heeft de Jonge niet zoveel gehad, want hij moest mee helpen op het land. En leren was er niet bij. De Jonge: “Maar ik heb dat later een beetje weer ingehaald”. Toen de Jonge in Veendam kwam wonen, deed hij nog wel ergens een tuintje en kreeg daarvoor een paar plantjes. Dat heeft de Jonge hier allemaal verzameld, gescheurd en gekweekt.

Maar de Jonge had teveel stekjes. Vervolgens heeft hij die stekjes aan de mensen gegeven die ook iets in de tuin wilden hebben. Hij doet het allemaal zelf, het scheuren van planten, tot aan een zonnehoed zaaien. En ook de trompetbloemen heeft hij gestekt. De Jonge: “De dalias waren de eersten die ik heb gekocht en het vermeerdert zichzelf”. Daarnaast verbouwt de tuinman ook veel groenten. “We kunnen er zelf niet tegen eten, maar er is altijd wel iemand die ook wel wat hebben wil. Vervolgens wordt alles afgeknipt en komt het allemaal op een bult te liggen. “Daarna komt er plastic overheen en na een jaar is het compost”.

De koolplanten en allerlei soorten boontjes kweekt De Jonge allemaal zelf. “Ik koop praktisch niks”. Ja, hij is van alle 'markten' thuis. “Daarom kan ik zoveel in de tuin hebben, dat drukt de kosten. Als ik alles kopen moest, dan is er geen beginnen aan. Alles zit in deze tuin zoals: dalias, agrepantus, fuchsias, zonnehoed en walcrysanten. De mensen staan versteld dat ik zo'n mooie tuin heb”.

De Jonge: “Laatst kwam er een mevrouw aan die zei”: “O, wat een mooi 'cadeau' in Borgerswold, zo'n mooie tuin”. “En dat gaat de hele dag door”.