Oud Veendam

Open Monumentendag



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Afgelopen zaterdag was het wederom Open Monumentendag. In veel plaatsen worden monumenten opengesteld om de monumentale gebouwen eens van binnen te bewonderen. Meestal blijven deuren van dit soort gebouwen voor de rest van het jaar gesloten en kan men alleen de buitenkant bewonderen. Voor velen dus een uitgelezen kans om meer over een monument te weten te komen. Zo ook in Veendam.

Eén van de monumenten die was opengesteld is de Ned. Herv. Kerk aan het Kerkplein nabij het Julianapark. De kerk is ook gelijk het oudste gebouw in Veendam. Zoals in veel plaatsen in Nederland vormen kerken vaak het middelpunt in een stads- of dorpscentrum. Vaak ontstond rondom een kerk een woongemeenschap. Ook Veendam bezat reeds vroeg in zijn ontstaansgeschiedenis een kerk. In opdracht van Adriaan Geerts Wildervanck, stichter van Wildervank, werd overgegaan tot de bouw van een kerk die moest globaal tussen de twee economische centra in die tijd, het Bneden Verlaat in het noorden en het Midden verlaat in het zuiden. De eerste steen voor de kerk aan een laan, die het Ooster- en Westerdiep met elkaar verbond, werd gelegd op 24 augustus 1660 door Adriaan Geerts Wildervanck en ingewijd op 5 oktober1662. In Wildervank was men reeds een jaar eerder begonnen met de bouw van een kerk doch werd pas in 1687 voltooid. Daar Adriaan Geerts reeds overleed in 1661 heeft hij zowel de kerk in Veendam als die Wildervank nooit voltooid kunnen zien. Veendam groeide voortvarend als veenkolonie en daar mee ook de bevolkingsaanwas. Waar heden ten dage de kerken leeg lopen liepen ze toen vol. Kerkgang hoorde erbij. En zo kwam het dat de kerk 100 jaar later in 1767 werd vergroot met een extra schip en tevens werd de toren ommetselt en verhoogd.

Opvallend is dat de kerk niet meteen aan de openbare weg staat maar er iets vanaf.
De Kerk was tot voor de afbraak van de voormalige fietsenzaak van Stant en de aanleg van de Pinksterstraat alleen toegankelijk via een pad tussen de Kerkstraatschool en de naastgelegen fietsenzaak van Stant. Het Kerkpad werd geflankeerd door oude eiken.


Door afbraak van deze woning, tbv. van de aanleg van de Pinksterstraat, werd de kerk beter zichtbaar vanuit de Kerkstraat. De kerk heeft dus nooit direct aan de laan gestaan.
In de eerste honderden jaren werd er rondom de kerk begraven, dus ook op het gedeelte waar we nu parkeerplaatsen en de toerit vanaf het Kerkplein vinden in het Julianapark. Door latere uitbreidingen is het kerkhofnaar het oosten en zuiden opgeschoven en werd er niet meer rondom de kerk begraven. Ook op het kerkhof zijn monumentale graven te vinden. Door de gefaseerde aanleg van het Julianapark rondom het kerkhof kwam de kerk en begraafplaats in een groen oase te liggen. Het geheel werd door een hekwerk omsloten en was toegankelijk via een aantal poorten zoals er één gelegen was aan het kerkpad.


Het pad naar de kerk en achtergelegen Plantsoen werden in die tijd 's avonds nog met hekken afgesloten. Het was niet toegestaan om zich buiten de openingstijden in het park te begeven en Evert Bos zag hier streng op toe. Het plantsoen was toen nog echt een park waarbij het betreden van het gazon bv. niet werd toegestaan. Plantsoenopzichter Evert Bos woonde in een prachtig nostalgisch huisje dat zich net buiten de poort voor de kerk aan het kerkpad bevond.


De kerk beschikt tevens over een imposant orgel. Het oorspronkelijke orgel werd in 1824 vervaardigt door orgelbouwer Timpe. In 1927-1928 werd het orgel vernieuwd, en vervangen door een orgel van Faber & Dienes Het prachtige houtsnijwerk werd vervaardigt door de bekende kunstenaar H.A. Ter Reegen. Het instrumentarium werd verzorgt door musicus Friedrich Schmidt Marlissa.

Het aanzicht van de kerk is diverse malen veranderd en zal ook in de toekomst weer een ander beeld geven. Van het vele groen dat zich rondom de kerk bevond is weinig overgebleven en zo ‘bloot' als ze er nu bij staan stond ze nog nooit.

Dit jaar, 2012, is een belangrijk jaar voor de kerk. Zoals u reeds heeft gelezen werd de kerk op 5 oktober 1662 ingewijd en dat betekent dat de kerk in oktober haar 350- jarig bestaan viert. In 1962 werd het heugelijke feit van het 300-jarig bestaan nog vereeuwigd met het verschijnen van een jubileumboek. Ik ben bang dat de viering van het 350- jarig bestaan geluidloos voorbij gegaan wordt. Tot op heden heb ik nog niet vernomen dat er iets ondernomen wordt om het jubileum van de kerk te vieren. Toch zou het gebouw een viering verdient hebben. De kerk is bijna net zo oud als Veendam zelf en de kerk heeft het straatleven van de Veendammer bevolking 350 jaar aanschouwd. Waar de omgeving continu veranderde heeft het kerkgebouw stand gehouden en is het op wat bouwkundige veranderingen nagenoeg gelijk gebleven aan de laatste uitbreiding in 1767. Helaas hebben Veendammer gemeentebesturen niet zoveel met monumenten en ik vraag mij dan ook af of er iemand binnen het Veendammer gemeentebestuur is die weet dat het oudste gebouw van Veendam dit jaar een jubileum viert. Misschien worden ze wakker na het lezen van dit verhaal maar ik denk dat ze zich omdraaien en verder slapen.

Oud Veendam

Bocht Oosterdiepbeter bekend als locatie Carel Windt



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Sinds kort zijn er weer werkzaamheden merkbaar aan het Bocht Oosterdiep op de plek die bij veel Veendammers beter bekend is als de locatie Carel Windt. De alles verwoestende brand op 4 september 2008 betekende het einde van een markant gebouw dat meer dan 100 jaar langs het water gesitueerd was. Het was niet alleen het voormalige pand van Carel Windt dat tegen de vlakte ging, ook een aantal naastgelegen panden waren reeds eerder door brand en verpaupering dusdanig aangepast dat sloop volgden. Wat resteerde was een groot ‘gat' in de bebouwingslijn aan het Bocht Oosterdiep.

Wie vroeger aan het bocht Oosterdiep woonde had het gemaakt. Waar tot voor halverwege de 19de eeuw de economische centra vooral rond de verlaten was gelegen verhuisde het economische centrum van Veendam halverwege de 19de eeuw steeds meer naar het gebied rondom de Kerklaan. Door opkomst van de grote industrieën in de tweede helft van de 19de eeuw werd er door de bekende fabrikantenfamilies veel geld verdiend. Waar welgestelden nu bij elkaar kruipen in villawijken liet men destijds een imposante woning bouwen aan de hoofdweg langs het belangrijkste kanaal in dit geval het Oosterdiep. Niet alleen leden van fabrikantenfamilies ook andere welgestelden lieten grote huizen bouwen langs het Oosterdiep.

Het belangrijkste stukje Oosterdiep was het Bocht Oosterdiep en het was op deze plaats waar de mooiste huizen verschenen. Eind negentiende eeuw en begin twintigste eeuw werden de mooiste huizen gebouwd waarvan nog enkele terug te vinden zijn aan het bocht Oosterdiep. Door de aanwezigheid van al die grote villa's kreeg het Bocht Oosterdiep de bijnaam; Keizersgracht van het Noorden. Dat het Bocht Oosterdiep belangrijk was blijkt wel uit het feit dat het eerste postkantoor reeds in 1869 aan het kanaal verrees. Een echt in het oog springend gebouw was het voormalige winkelpand van Carel Windt.

Doch het pand kent een voorgeschiedenis als woonhuis. In de tweede helft van de negentiende eeuw laat Gerardus Maria Baart de la Faille, notaris, het huis bouwen. Het is een markant gebouw dat opvalt door de breedte ten opzichte van de geringe diepte van de villa. Des te breder de voorgevel des te meer aanzien. De villa is rijk aan ornamenten in de gevel en staat op een prominente plaats aan de bocht in het Oosterdiep. Vanaf het balkon kon zowel richting het centrum als richting Wildervank worden gekeken. Aan de zuidzijde was een open ruimte daar de woning van V.G.A. Wilkens nog niet is gebouwd. De fam. de la Faille blijft kinderloos en verdwijnt na overlijden uit de Veendammer geschiedenis.

De woning wordt betrokken door de zoon van de oprichter van DWM, Ubbo Wilkens. Ubbo Wilkens maakt naam in de Veendammer geschiedenis dat hij tot tweemaal toe de post van burgemeester bekleed. Hij begon in 1901 als wethouder en op 14 maart 1907 benoemd tot burgemeester tot 1910 toen Ubbo Wilkens een aanstelling als gedeputeerde aanvaarde. In 1920 aanvaarde hij het ambt als burgervader wederom maar overleed op 10 mei 1921 aan een hartaanval.

Het markante pand aan het Bocht Oosterdiep werd naderhand verkocht en kreeg als nieuwe bewoners de fa. Windt. Langzaam maar zeker verloor het pand zijn woonfunctie en kreeg het steeds meer de functie van woon- winkel pand zoals ook andere markante panden aan het Bocht Oosterdiep hun oorspronkelijke functie verloren. De rijke uitstraling die het Bocht Oosterdiep aan het begin van de 20ste eeuw had ging lang maar zeker verloren. De voorname fabrikantenfamilies verlieten de villa's aan het Bocht Oosterdiep. Door de veranderde functie die het markante pand kreeg veranderde ook de indeling van de gevel. De monumentale ondergevel werd een winkelpui terwijl ook de bovengevel niet ongeschonden bleef. Het balkonnetje verdween en werd een uitbouw geplaatst aan de voorgevel. Ook de directe omgeving van het pand veranderde in snel tempo. De rijke uitstraling die het Bocht Oosterdiep aan het begin van de 20ste eeuw had verdween. Er was na de tweede helft van de 20ste eeuw weinig aandacht meer voor de kapitale woningen en hun monumentale gevels. Gebouwen werden afgebroken en gevels zonder enige kennis van zaken vernield. Zo ook het pand van notaris de la Faille. Eind negentigerjaren van de vorige eeuw nam Kroon de zaak over van Carel Windt en zette de metaalwarenzaak verder. Na nieuwbouw aan de Cereslaan verhuisde Kroon en werd het pand aan het Bocht Oosterdiep verlaten.

Het monumentale pand verdween in de zakken van een pandjesbaas die alleen oog had bij de verhuur en de buitenzijde liet verpauperen. In het pand was nog een tijdje een videotheek gevestigd maar na een interne brand kwam het pand leeg te staan. De verpaupering en verloedering van het eens zo monumentale pand begon. De pandjesbaas was intussen in het bezit gekomen van drie naastgelegen panden die eveneens het lot van verpaupering te wachten stonden wat uiteindelijk zou leiden tot sloop. Maar de rode haan hielp mee en zorgde ervoor dat twee van de drie naastgelegen panden versneld uit het straatbeeld verdwenen. Het zelfde lot wachtte uiteindelijk ook het monumentale notarispand dat ooit burgemeester Ubbo Wilkens tot zijn bewoners heeft gekend.

Op donderdag 4 september 2008 brandde het pand volledig uit en werd het versneld gesloopt samen met de restanten van de drie naastgelegen panden. Wat resteerde was een groot ‘gat' dat door de intredende crisis langer bleef bestaan dan gehoopt. Maar is het dan zover dat op één van de prominentste plekken van Veendam weer wordt gebouwd. Daar dit deel van het Oosterdiep onder beschermd stadsgezicht valt moet rekening gehouden worden met de uitstraling die de gevels krijgen. Afgaande op de tekeningen ben ik blij dat het losse gevels worden en dat er niet één lange blokkendoos komt te staan zoals in eerste instantie de bedoeling was of een tweede Veenlust.

De naam Keizersgracht van het Noorden zal het Bocht Oosterdiep nooit meer verkrijgen maar laten we zuinig zijn op de restanten die nog resteren. Hoe de nieuwbouw er uit gaat zien en of het een aanvulling is van de omgeving zal moeten blijken bij oplevering.

Oud Veendam

Kerken in Veendam



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Op de plaats waar we nu een kunstwerk vinden ter nagedachtenis aan Anthony Winkler Prins stond tot de doopsgezinde kerk. De kerk en bijbehorende pastorie werden in 1966 verkocht en afgebroken. De kerk werd dateert van 1849 en was een vervanger voor de eerste kerk die hier in 1768 werd gesticht. De beroemdste dominee die hier preekte was ds. A. Winkler Prins. Hier voltooide hij de eerste druk van zijn beroemd geworden encyclopedie.

Een prachtige oude opname toont ons de Katholieke Kerk met bijbehorende pastorie omstreeks 1900. De eerste katholieke kerk dateert van 1795 en stond aan de Willemstraat. In 1845 werd de nieuwe kerk aan het Oosterdiep in gebruik genomen. De naastgelegen Pastorie werd in 1864 gebouwd. Tijdens de grootscheepse verbouwing in 1923 werd het torentje met de spits naar achteren verplaatst. Rechts naast de kerk het kostershuis dat tevens dienst deed als vergaderzaal. Uiterst links het huisje met zadeldak dat in de volksmond ‘Goudsmedenhuisje' had vanwege het beroep van de bewoner rond 1870. Het huisje, de oude pastorie en het kostershuis zijn in de loop der jaren uit het straatbeeld verdwenen.

Aan de Molenstreek vonden we tot voor kort het evangelisatiegebouw der Vereeniging tot Evangelisatie ten bate der Nederlands Hervormde Kerk. De kerk werd gebouwd in 1911 zoals we in de gevel kunnen lezen. Voor de kerk werd in 1915 een pastorie gebouwd. Ook in die gevel was het bouwjaar af te lezen. Op de plaats van de voormalige kerk en pastorie vinden we nu winkelruimte met daarboven appartementen.

Het oudste gebouw in Veendam is de kerk van de Nederlands Hervormde Gemeente. De eerste steen voor de kerk werd gelegd op 24 augustus 1660 door Adriaan Geerts Wildervanck en ingewijd op 5 oktober 1662. De kerk werd in 1767 vergroot met een extra schip en tevens werd de toren verhoogd. De kerk was toegankelijk via een pad tussen de Kerkstraatschool en de naastgelegen fietsenzaak van Stant.Door afbraak van deze woning tbv. van de aanleg van de Pinksterstraat werd de kerk beter zichtbaar vanuit de kerkstraat. Het huisje op de voorgrond werd bewoond door plantsoenopzichter Evert Bos. Het pad naar de kerk en achtergelegen Plantsoen werden in die tijd 's avonds nog met hekken afgesloten.

In 1881 stichtte de Vrij Evangelische Gemeente een kerk aan het Boven Westerdiep. Links naast de kerk werd in 1884 de grote pastorie ‘Villa Maria' gebouwd. De pastorie werd vernoemd naar de vrouw van ds. J. van Petegem. In 1924 kwam het tot een scheuring in de gemeente en stichtten de uitgetredenen een nieuwe kerk aan de AE-Straat. In 1952 werd besloten om weer gezamenlijk ter kerke te gaan in de AE-Straat. De kerk aan het Boven Westerdiep werd overbodig en afgebroken. De voormalige pastorie bleef tot op heden behouden.

Deze unieke nostalgische opname toont ons de tweede kerk van de Gereformeerde Gemeente te Veendam aan de Nieuwe Laan. De kerk werd gebouwd naast de eerste kerk van 1858. Op de plaats van de eerste kerk werd destijds de pastorie gebouwd. In 1906 werd de kerk wederom verbouwd. Rechts de voormalige pastorie die samen met de kerk in 1964/65 afgebroken.

De Gereformeerde kerk en bijbehorende pastorie omstreeks de jaren veertig aan de Nieuwe Laan (nu Jacob Bruggemalaan). De kerk werd gebouwd in 1906 de pastorie dateert van rond 1883. De kerk en pastorie werden afgebroken 1n 1964/65 om een aansluiting mogelijk te maken van de achtergelegen Kuiperstraat op de Jacob Bruggemalaan. Aan de dr. A. Kuiperstraat werd een nieuwe moderne kerk gebouwd.

Na de scheuring in de Vrij Evangelische Gemeente in Veendam werd een nieuw kerkgebouw gebouwd aan de dan nieuwe AE-Straat. De AE-straat maakte deel uit van het omvangrijke nieuwbouwplan ‘Tusschendiepen'. In 1952 werd de ruzie bijgelegd en ging men weer gezamenlijk te kerke. In de nacht van 18 op 19 mei 1971 sloeg het noodlot toe en brandde de kerk volledig af. Op de zelfde plaats werd een nieuwe moderne kerk gesticht.

Oud Veendam

Schoolgebouwen, deel 3



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


"Het Nut" werd opgericht in 1784. Doelstellingen waren toen onder andere het streven naar algemeen volksonderwijs en opvoeding in de geest van verdraagzaamheid en respect. De "Maatschappij tot Nut van het Algemeen" nam initiatieven daar waar de staat toentertijd tekort schoot. Zo kwamen er Nutsverzekeringen, Nutsspaarbanken, Nutsbibliotheken, Nutsziekenfonds en Nutsscholen. De plaatselijke Nut-verenigingen heetten "Nutsdepartement. Datzelfde 't Nut begon in 1894 al met het stichten van bewaarscholen. De eerste kwam er dat jaar in het 'plantsoen'. Deze scholen zijn eigenlijk de voorlopers van de latere kleuterscholen.

In 1901 werd besloten tot de stichting van een Nijverheidsschool of Ambachtsschool te Veendam. De school werd gebouwd aan een zijlaan van het Boven Oosterdiep die tevens toegang gaf tot de achtergelegen aardappelmeelfabriek van D.W.M. De school werd in 1902 in gebruik genomen. In 1959 verhuisde de school naar het nieuwe schoolgebouw aan de Pinksterstraat. Het oude schoolgebouw werd in gebruik genomen door AVEBE waar het vroegere D.W.M. deel van uitmaakt.

Eén van de mooiste gebouwen in Veendam is wel de, in Palladio stijl gebouwde, voormalige Hoogere Burgerschool. Het monumentale gebouw werd ontworpen door rijksbouwmeester J.A. Vrijman. De school, waarmee men in 1907 begon te bouwen en geopend werd in 1911, diende ter vervanging van het oude schoolgebouw in de Kerklaan. Na verhuizing van de rijksscholengemeenschap ‘Winkler Prins' eind jaren tachtig kreeg het gebouw in 1990 de functie van Veenkoloniaal Museum. Op de voorgrond de uitgang van de voormalige Veenlusttuin aan de Winkler Prinsstraat. Van de opname resteert alleen nog het gebouw, de omgeving is rigoureus veranderd.

Een unieke opname toont ons de voormalige Christelijke lagere school aan de Nieuwe Laan. De school stond tegenover de pastorie en vormde samen met de naast de pastorie gelegen kerk een drie-eenheid. Naast de school de onderwijzerswoning. De school moest rond 1915 plaatsmaken voor de doorbraak van de Torenstraat die deel uitmaakte van de nieuwe wijk ‘Tussen Diepen'. Een nieuwe school werd gebouwd in de Torenstraat nu ds. Petersenstraat. De onderwijzerswoning bestaat nog steeds.

Op 1 februari werd het nieuwe schoolgebouw van de Rijkslandbouwwinterschool in gebruik genomen. Hiervoor was de school gevestigd in een lokaal van de Hoogere Burgerschool in de Kerklaan. De eerste directeur was Jan Kok. Hij werd in 1936 opgevolgd door Pieter Sneeuw.
In 1944 werd Pieter Sneeuw gefusilleerd door de Duitsche bezetter. Het voorgelegen plein werd na de oorlog omgedoopt in Pieter Sneeuwplein. Het voormalige schoolgebouw werd in loop der jaren verbouwd en uitgebreid. In 1972 werd de school voor landbouwonderwijs definitief gesloten.

Deze opname toont ons het in 1858 gebouwde schoolgebouw aan het eind van de negentiende eeuw aan de toenmalige Kerklaan. Deze school herbergde een Latijnse school, een school voor moderne talen en een zeevaartschool. In 1866 kwam mede door toedoen van Anthony Winkler Prins een Gemeentelijke H.B.S. met 5-jarige cursus tot stand. In 1874 verhuisde de zeevaartschool van de Kerklaan naar de Nieuwe Laan. In 1913 werd in het oostelijke gedeelte de openbare bibliotheek gevestigd. Van het gebouw uit 1858 is nagenoeg niets overgebleven.

Oud Veendam

Schoolgebouwen, deel 2



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Op 5 januari 1963 was de drukbezochte opening van de christelijke kleuterschool met de toepasselijke naam De Jonge Wieken. Door de snelle groei van het aantal inwoners van de nieuwe woonwijk Plan Noord was de noodzaak gerezen voor een nieuwe kleuterschool. Aan de Brongersstraat werd een schoolgebouw gerealiseerd met drie leslokalen en een bijbehorende gymzaal. In latere jaren werd de school omgevormd tot basisschool door verhuizing van de basisschool uit de Petersenstraat naar de Brongersstraat. De naam veranderde in De Kern. De school werd vergroot met een aantal lokalen. Maar de school groeide uit zijn jasje en voldeed niet meer aan de huidige eisen. In 2005 werd de school gesloopt en verscheen er op dezelfde locatie een nieuw schoolgebouw dat inmiddels ook alweer aan uitbreiding toe is.

De Vredenrustschool gelegen op de hoek Vredenrustlaan en Brongersstraat. Deze openbare lagere school werd vernoemt naar de voormalige borg Vredenrust die hier op een steenworp afstand stond. De school werd in 1956 in gebruik genomen. In de school bevinden zich twee prachtige fresco's van S. Van de Berg. Bij de ingang van het schoolplein bevonden zich twee metalen palen die vroeger het toegangshek tot de borg Vredenrust hebben gedragen. De school is inmiddels uit het straatbeeld verdwenen en de locatie wacht op een nieuwe invulling.

De Technische school werd in 1959 in gebruik genomen en diende ter vervanging van de voormalige ambachtsschool aan het Boven Oosterdiep. De school is gelegen aan de J.G.Pinksterstraat vernoemd naar de voormalig verzetstrijder die in de oorlog zijn leven verloor. Links de schoorsteenpijp van de voormalige steenfabriek aan het Prins Hendrikplein. De naam van de school werd later gewijzigd in ‘De Vaart'. Tegenwoordig maakt de school deel uit van de Openbare Scholengemeenschap Winkler Prins.

In 1915 verrees het prachtige pand aan de Hertenkampstraat. Het werd gebouwd onder architectuur van Jan Stuivinga die onder andere ook verantwoordelijk was voor de bouw van Nieuw-Buitenwoel en de verbouw van het gemeentehuis. In het schoolgebouw werd de ULO gevestigd. Als gevolg van de Mammoetwet in 1968 werden ULO en HBS samenvoegt tot Rijksscholengemeenschap ‘Winkler Prins'. Eind jaren tachtig werd het pand verlaten en ingeruild voor de nieuwbouw in Buitenwoel. Tegenwoordig vind men in het gebouw een vestiging van het Noorderpoortcollege.

Een fraaie opname toont ons achtereenvolgens de Christelijke ULO gebouwd in 1921, de Christelijke Lagere School, later De Kern, uit 1916 en op de achtergrond het torentje van de gereformeerde kerk aan de Nieuwe laan uit 1906. Beide zijden van de chr. Lagere School werden in later jaren voorzien van een verdieping. Het torentje op de school verdween. Tegenwoordig bieden beide gebouwen plaats aan de Ubbo Emmius Scholengemeenschap. Het torentje van de achtergelegen kerk verdween met de afbraak van de kerk in 1965.

Oud Veendam

Schoolgebouwen



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


De oudste en voor ouderen bekendste school is de school voor openbaar onderwijs de Kerkstraatschool. Al sinds de bouw van de naastgelegen kerk in 1662 is er sprake van een onderwijsinstelling op deze plaats aan de Kerklaan. Hoofd van school in die tijd was Stephanius Conius. Voor het schoolgebouw lag een groot schoolplein. Rechts naast de school lag een laan die toegang gaf tot de achtergelegen Hervormde kerk. Links naast de school het meesterhuis. School en meesterhuis werden eind jaren zestig afgebroken

De voormalig Christelijke Kost- en Dagschool op de hoek van het Egypteneinde en het Beneden Dwarsdiep. Het betrof hier een meisjesschool waar meisjes van buiten Veendam intern gehuisvest waren. Tevens was er de mogelijkheid voor meisjes uit de nabije omgeving om dagonderwijs te volgen. Aan de school werd les gegeven in goede manieren en huishoudelijke taken. Het waren vooral meisjes uit de gegoede kring die hier les kregen. Halverwege de jaren twintig werd de school afgebroken en vervangen door een woonwinkelpand.

Rechts naast de witte villa, voormalig woonhuis van kweker Kloosterhuis, stond de Beneden Oosterdiep School. Het betrof hier een school voor kleuter en basisonderwijs. De school bevond zich achter de woning waar het hoofd van de school woonde. Het bekendste hoofd van de school was meester Van Zomeren. De school en woning begin jaren zestig afgebroken om de doorbraak van de Somerlustweg te realiseren.

Op de plaats waar we nu de nieuwbouw van het gemeentehuis in het Julianapark vinden, vonden we tot voor 1960 de Plantsoenschool. De school staat bij vele ouderen bekend als ‘schoentjesschool'. Het betrof hier een school voor de gegoede burgerij. Na 1960 deed de voormalige school dienst als politiebureau. Deze werd halverwege de jaren tachtig verhuist naar de Korte Leegte. De voormalige school werd afgebroken en maakte plaats voor de uitbreiding van het gemeentehuis.

De voormalige Landbouwhuishoudschool, in de volksmond huishoudschool, aan de Stationsstraat. De school werd vernoemt naar de eerste directrice, Afina Doornbosch. Van 1926 tot 1940 was de school gehuisvest naast de voormalige bibliotheek in de Kerkstraat. In 1940 werd het nieuwe pand aan de Stationstraat betrokken. Na de herstructurering van het voortgezet onderwijs werd de huishoudschool opgeheven. Tegenwoordig is in het pand een sportschool gevestigd.

Oud Veendam

Transport, deel 3



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Tot in de jaren vijftig kon je nog turfschepen tegenkomen in de veenkoloniale kanalen. De scheepvaart heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de veenkoloniale geschiedenis. De turven die werden gestoken in het veen moesten worden vervoerd. De enige optie voor transport van de turf was het vervoer per schip. Het uitgebreide kanalenstelsel bood de mogelijkheid om de turf te laden op de plaats waar werd geproduceerd. Honderden jaren voeren de turfschepen met hun lading naar de stad. Op deze opname zien we één van de laatste turfschepen die door het Oosterdiep voer. De beroepsvaart is uit de veenkoloniale kanalen verdwenen hun plaats is ingenomen door de pleziervaart.

Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw kwam de hondenkar vrij algemeen in het straatbeeld voor De trekkracht van de hond bleek de mens goed van dienst te kunnen zijn. Ingespannen voor-, onder- of achter de kar liet de mens de hond voor hem werken. Een van de reden om dit dier in te zetten was, dat de hond een goedkopere werkkracht was dan bijvoorbeeld het paard. Wie zich geen paardenkracht kon permitteren, gebruikte de energie van honden als transportmiddel. Het dier was meestal voor een lage prijs aan te schaffen. De hondenkar was vooral populair bij; bakkers, kleine boeren, expediteurs, rondtrekkende fotografen, groenteboeren, imkers, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en allerlei andere kleine ambachtslieden. Hier zien we groenteventer Bloem met zijn hondenkar in de Stationsstraat.

De ridders van de lange lijn werden ze ook wel genoemd, de scheepsjagers. Vrijgevochten mannen die met hun paard de schepen jaagden langs het jaagpad dat zich naast de kanalen bevond. In de tijd dat er nog geen scheepsmotoren bestonden en zeilen niet mogelijk was had de schipper de optie om zelf het schip voort te slepen of gebruik te maken van de diensten van een scheepsjager met zijn paard. Hij sleepte het schip voort voor een afgesproken jaagloon van verlaat tot verlaat. Er doen zich vele verhalen de ronde over de misstanden en het overmatig drankgebruik onder scheepsjagers. Dit gold overigens niet voor de hele beroepsgroep er waren ook scheepsjagers die hun beroep zeer serieus namen.

Op 1 augustus was het zover Veendam werd aangesloten op het landelijke spoorwegnetwerk. Men had vanaf dat moment de beschikking over een snelle verbinding naar Assen via Stadskanaal of naar Groningen via Zuidbroek. Veertien treinen per dag reden er door het veenkoloniale landschap. Maar in 1939 verstomde het geluid van de stoomfluit. Ondanks de lange strijd tot behoud van het personenvervoer werd uiteindelijk, met de laatste rit op 14 mei 1939, definitief besloten het personenvervoer te staken. In de oorlogsjaren werd besloten de lijn weer tijdelijk in gebruik te nemen, maar op 17 mei 1953 was het definitief gebeurt. Veendam was de trein als transportmiddel kwijt. De trein vervoerde nadien alleen nog goederen. Sinds 1994 bestaat er de mogelijkheid een ritje te maken met een historisch stoomtrein van de Star naar Stadskanaal.

Een prachtige opname toont ons een vrachtwagen die tegenwoordig hoge ogen zou gooien op een oldtimerbeurs. Tussen de eerste en de tweede wereldoorlog werd het vervoer van goederen langzamerhand overgenomen door het wegtransport. Na de tweede wereldoorlog werd het definitief en werden de wegen aangepast om de groei van de auto vrij baan te geven. Om de wegen aan te leggen werden de kanalen gedempt daar deze door het afnemen van de scheepvaart overbodig werden. Waar Veendam vroeger een knooppunt was van het vervoer over water is het nu een knooppunt van vervoer over de weg. Door de aanleg van het Rail Service Centrum bevind zich in Veendam één van de grootste overslagcentra van goederen in Nederland.

Oud Veendam

Transport - deel 2



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Tegenwoordig is de auto een transportmiddel dat voor vrijwel alle lagen van de bevolking bereikbaar is. We zouden ons geen wereld meer kunnen voorstellen zonder motorvoertuigen. Toch is het naar verhouding nog niet zo lang geleden dat de automobiel alleen voor de notabelen van een dorp of een stad was voorbehouden. Het ‘gewone' volk maakte gebruik van de fiets of het openbaar vervoer. Pas na de jaren vijftig werd de auto ook financieel bereikbaar voor dit deel van de bevolking. Op deze opname zien we de automobiel van veearts Smit. Hij was één van de notabelen die zich omstreeks de jaren twintig van de vorige eeuw de luxe van zo'n vervoermiddel kon veroorloven.

Wie gaat er winnen de fietsers of de paardentram ? Rijtuig 15 spoed zich in de richting van het centrum van Veendam. De opname dateert uit 1912 en het is dan alweer 32 jaar dat de we paardentram in het Vendammer straatbeeld tegen kunnen komen. Naast passagiers vervoerde de paardentram ook goederen en was er een speciale posttram. Maar sinds 1910 diende zich een concurrent aan op het gebied van transport, de stoomtrein. Sinds 1 augustus 1910 had Veendam aansluiting op het landelijke spoorwegnetwerk. Het enige voordeel dat de paardentram nog bood was dat men bijna voor de deur kon opstappen. Lang heeft de paardentram de concurrentie niet aangekund op 15 maart 1923 valt het doek wanneer ook de laatste tramlijn van Veendam naar Pekela wordt beëindigd. Andere lijnen waren reeds opgeheven en de tram verdwijnt voor altijd uit het Veendammer straatbeeld.

De paardentram is onderweg met zijn passagiers in de richting van Wildervank. Deze opname dateert uit de begin jaren negentig van de 19de eeuw. Gemotoriseerd verkeer zal men in die tijd nog niet tegen gekomen zijn in de Veenkoloniën. De paardentram bood toendertijd de beste gelegenheid om te reizen over grotere afstanden. De paardentram onderhield een railverbinding tussen Zuidbroek en Ter Apel met een lengte van 41 km. De paardentram was voor die tijd een snelle manier van vervoer. Een reis van het station in Zuidbroek naar Ter Apel nam slechts vier uur in beslag. Dat er ook nog veel handwerk aan te pas kwam getuigd de man achter de handkar rechts op de foto.

In volle galop komt hij aandraven, de postkoets. Komende vanaf het Beneden Westerdiep brengt hij de post mee uit oa. Zuidbroek en Muntendam. Ondanks dat de postbezorging nog met de postkoets ging was deze toch verbazingwekkend snel op zijn bestemming. Het was heel normaal dat de post reeds de volgende dag op plaats van bestemming was. De ansichtkaart die in die tijd in opmars was was een ideaal middel om te communiceren. Je kon bv. je bezoek kort van tevoren aankondigen.

De snikkevaarder vaart hier vakkundig de sluis binnen aan het Midden Verlaat. Volgeladen met goederen en eventuele passagiers is hij op weg naar de stad Groningen. Naast het vervoer verdiende een snikkevaarder meestal ook iets bij met handel. Het oponthoud bij een verlaat bood ideale omstandigheden om handel te drijven. Bij een verlaat was altijd bedrijvigheid door de aanwezigheid van schippers die moesten wachten en winkeliers en ambachtslieden die hun zaken hadden rondom het verlaat. Tijdens het schutten werden goederen geladen en gelost die door omwonenden werden aangedragen of kwamen ontvangen.

Oud Veendam

Transport, deel 1



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Nog steeds is Nederland een fietsland bij uitstek. Zo was het ook zo'n honderd jaar geleden. Het rijwiel was het meest gebruikte transportmiddel voor de gewone man. De mensen op deze opname zijn massaal samen gekomen lopend of op de fiets. Autoverkeer kwam in die tijden nog nauwelijks voor. Men aanschouwt hier een historische optocht gehouden ter gelegenheid van het 100 jarige onafhankelijkheidsfeest in 1913. De foto is gemaakt ter hoogte van de plaats waar het Beneden Westerdiep overgaat in het Prins Hendrikplein.

Werkpaarden voor de kar zul je vandaag de dag niet snel meer tegenkomen. Tegenwoordig worden de paarden meestal voor de hobby gehouden en worden voor een uitstapje af en toe nog voor de wagen gespannen. Honderd jaar geleden was een paard en wagen iets heel normaals in het Veendammer straatbeeld. Veel ambachtslieden, venters, boeren, enz. hadden een paard en wagen om goederen te vervoeren. Deze opname toont een prachtig voorbeeld van het gebruik van paarden al dan niet ingespannen. Van rechts naar links aan bakkerskar, er gelijk achter een ruiter te paard, en links een platte kar met paard. Op de brug loopt een boer met een paard aan de leidsels.

De eerste vrachtwagen die Veendam rijk was werd aangeschaft door oa. De Graaf en enkele middenstanders. Daar het vervoer per bode hen teveel tijd kostte schaften ze zelf een kleine vrachtwagen aan. Een vrachtwagen was in die tijd, jaren twintig, nog een zeldzaamheid. We zien de vrachtwagen, die reed op cushionbanden, rijden in de Kerklaan. Waar een bode twee dagen gebruikte voor het vervoer vanuit de stad deed de vrachtauto dit in één dag.

Het water was in de Veenkoloniën natuurlijk een transportweg bij uitstek. Een van de markantste transporten was het transport van boomstammen naar de houtzagerijen van Wilkens en Meihuizen. De bemanning van de sleper met de naam ‘Vlug' sleepte met veel kundigheid de grote vlotten met boomstammen door de smalle kanalen. Hier passeert de sleper de Willemsbrug op weg naar de houtzagerij van Meihuizen in Wildervank. De Willemsbrug gaf in vroeger dagen toegang tot de achtergelegen Willemsstraat. Naast het slepen van houtvlotten werden de slepers ook ingezet om pontons met lading door de kanalen te slepen.

Om je goederen in vroeger dagen van A naar B te krijgen was een beurtschipper een uitgelezen mogelijkheid. Hij onderhield meestal een beurtvaart tussen twee plaatsen meestal de stad Groningen. Men kon goederen meegeven met de tussengelegen plaatsen als bestemming. Naast goederen werden in de tijd van de Snikke ook mensen vervoerd. Wegen waren in vroeger dagen niet altijd even goed berijdbaar dus bleef het vervoer over water over. Hier zien we het beurtschip van schipper Ten Kley uit Wildervank die een dienst van Wildervank/Veendam naar de stad Groningen onderhield. Beurtschippers vind je tegenwoordig niet meer. Het transport van stukgoederen is reeds lang geleden overgegaan op wegtransport.

Pagina's

Abonneren op RSS - Oud Veendam