
Tijdens een raadsinformatiebijeenkomst op maandagavond presenteerden provincie Groningen, de GGD en de Omgevingsdienst het onderzoek naar de luchtkwaliteit rond de Veendammer industrie. Het rapport bestrijkt de periode 2009 tot en met 2023 en is gebaseerd op gegevens van onafhankelijke, geaccrediteerde meetbureaus. Nedmag bood eigen data aan, maar die zijn bewust niet gebruikt om de onafhankelijkheid te waarborgen.
De berekeningen zijn uitgevoerd op de maximale uitstootwaarden van de bedrijven, een zogenoemd worst‑case scenario. Uit de resultaten blijkt dat wettelijke normen niet zijn overschreden en dat er geen extra gezondheidsrisico’s zijn vastgesteld. Het onderzoek dekt een deel van motie 75; overige elementen volgen in andere trajecten.
Opvallend is dat er geen directe metingen in de woonomgeving zijn verricht. Het onderzoek geeft dus een berekend beeld, maar geen lokaal meetnet. Sommige raadsleden vonden het teleurstellend dat de provincie niet expliciet zegt: “Er is geen gevaar voor de inwoners van Veendam.”

De GGD benadrukt dat luchtvervuiling altijd een mix van bronnen is. Bij lood blijkt voeding en drinkwater (24,0 µg/L) veruit de grootste bijdrage te leveren, terwijl Nedmag via lucht slechts 0,71 µg/L bijdraagt. Daarbij werd ook aangegeven dat de luchtkwaliteit in de afgelopen decennia is verbeterd doordat benzine geen lood meer bevat, wat de blootstelling via verkeer sterk heeft verminderd.
Tijdens dezelfde bijeenkomst werd ook teruggegrepen op eerdere landelijke berichtgeving waarin Nedmag als mogelijke oorzaak van hogere ziektekosten werd genoemd. De GGD en de provincie maakten duidelijk dat dit beeld niet klopt: er is geen bewijs dat de uitstoot van Nedmag direct verantwoordelijk is voor hogere zorgkosten. Het ging om een statistische vergelijking, zonder rekening te houden met factoren als leeftijd, leefstijl en inkomensniveau. De conclusie dat Nedmag de “boosdoener” zou zijn, werd maandagavond nadrukkelijk weerlegd en in de juiste context geplaatst.