Oud Veendam

Transport, deel 3



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Tot in de jaren vijftig kon je nog turfschepen tegenkomen in de veenkoloniale kanalen. De scheepvaart heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de veenkoloniale geschiedenis. De turven die werden gestoken in het veen moesten worden vervoerd. De enige optie voor transport van de turf was het vervoer per schip. Het uitgebreide kanalenstelsel bood de mogelijkheid om de turf te laden op de plaats waar werd geproduceerd. Honderden jaren voeren de turfschepen met hun lading naar de stad. Op deze opname zien we één van de laatste turfschepen die door het Oosterdiep voer. De beroepsvaart is uit de veenkoloniale kanalen verdwenen hun plaats is ingenomen door de pleziervaart.

Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw kwam de hondenkar vrij algemeen in het straatbeeld voor De trekkracht van de hond bleek de mens goed van dienst te kunnen zijn. Ingespannen voor-, onder- of achter de kar liet de mens de hond voor hem werken. Een van de reden om dit dier in te zetten was, dat de hond een goedkopere werkkracht was dan bijvoorbeeld het paard. Wie zich geen paardenkracht kon permitteren, gebruikte de energie van honden als transportmiddel. Het dier was meestal voor een lage prijs aan te schaffen. De hondenkar was vooral populair bij; bakkers, kleine boeren, expediteurs, rondtrekkende fotografen, groenteboeren, imkers, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en allerlei andere kleine ambachtslieden. Hier zien we groenteventer Bloem met zijn hondenkar in de Stationsstraat.

De ridders van de lange lijn werden ze ook wel genoemd, de scheepsjagers. Vrijgevochten mannen die met hun paard de schepen jaagden langs het jaagpad dat zich naast de kanalen bevond. In de tijd dat er nog geen scheepsmotoren bestonden en zeilen niet mogelijk was had de schipper de optie om zelf het schip voort te slepen of gebruik te maken van de diensten van een scheepsjager met zijn paard. Hij sleepte het schip voort voor een afgesproken jaagloon van verlaat tot verlaat. Er doen zich vele verhalen de ronde over de misstanden en het overmatig drankgebruik onder scheepsjagers. Dit gold overigens niet voor de hele beroepsgroep er waren ook scheepsjagers die hun beroep zeer serieus namen.

Op 1 augustus was het zover Veendam werd aangesloten op het landelijke spoorwegnetwerk. Men had vanaf dat moment de beschikking over een snelle verbinding naar Assen via Stadskanaal of naar Groningen via Zuidbroek. Veertien treinen per dag reden er door het veenkoloniale landschap. Maar in 1939 verstomde het geluid van de stoomfluit. Ondanks de lange strijd tot behoud van het personenvervoer werd uiteindelijk, met de laatste rit op 14 mei 1939, definitief besloten het personenvervoer te staken. In de oorlogsjaren werd besloten de lijn weer tijdelijk in gebruik te nemen, maar op 17 mei 1953 was het definitief gebeurt. Veendam was de trein als transportmiddel kwijt. De trein vervoerde nadien alleen nog goederen. Sinds 1994 bestaat er de mogelijkheid een ritje te maken met een historisch stoomtrein van de Star naar Stadskanaal.

Een prachtige opname toont ons een vrachtwagen die tegenwoordig hoge ogen zou gooien op een oldtimerbeurs. Tussen de eerste en de tweede wereldoorlog werd het vervoer van goederen langzamerhand overgenomen door het wegtransport. Na de tweede wereldoorlog werd het definitief en werden de wegen aangepast om de groei van de auto vrij baan te geven. Om de wegen aan te leggen werden de kanalen gedempt daar deze door het afnemen van de scheepvaart overbodig werden. Waar Veendam vroeger een knooppunt was van het vervoer over water is het nu een knooppunt van vervoer over de weg. Door de aanleg van het Rail Service Centrum bevind zich in Veendam één van de grootste overslagcentra van goederen in Nederland.