Nieuws

Hoofdoorzaken gebouwschade in het bodemdalingsgebied Nedmag Veendam



BODEMDALING - In opdracht van de provincie Groningen, de gemeenten Veendam en Menterwolde, het waterschap Hunze en Aa's en Nedmag Industries (allen vertegenwoordigd in de Stuurgroep Bodemdaling Nedmag) heeft ingenieursbureau Arcadis een omvangrijk onderzoek verricht naar de hoofdoorzaken van gebouwschade in het bodemdalingsgebied rondom de zoutwinning van Nedmag.

Aanleiding voor het onderzoek is een enquête in 2009 gehouden door de bewoners van Borgercompagnie en Tripscompagnie, woonachtig in het zoutwinningsgebied. In de enquête constateerden de inwoners de laatste jaren een toename van schade aan gebouwen.

Hoofdoorzaken
Arcadis heeft een tweetal hoofdoorzaken van de gebouwschades gevonden. Ten eerste stellen de onderzoekers dat de lokale opbouw van de bodem gemakkelijk tot schade aan gebouwen kan leiden. In het gebied komt op veel plaatsen restveen voor, een ondiep voorkomende dunne veenlaag, ook nabij en onder de gebouwen. De aanwezigheid van deze laag varieert sterk van plaats tot plaats. Dit is kenmerkend voor het veenkoloniaal gebied. Als de veenlaag onder de fundering tijdens de bouw onvoldoende is verwijderd, kan ongelijke vervorming van de ondiepe ondergrond optreden waardoor de fundering en het gebouw op den duur kan vervormen en er schade aan het gebouw kan ontstaan. Dit doet zich voor bij een beperkt aantal van de onderzochte schadepanden.

Een tweede hoofdoorzaak is het funderen, de leeftijd en de bouwkundige kwaliteit van de gebouwen. Veel van de betrokken gebouwen zijn relatief oud en hebben een historisch te verklaren overwegend matige bouwkundige constructie. Dit wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld de toepassing van verouderde bouwmethoden zoals gemetselde funderingen en het ontbreken van lateien boven gevelopeningen. Gemetselde funderingen zijn kwetsbaarder dan gestorte betonnen funderingen. Veroudering, maar ook verbouwingen kunnen hierdoor sneller tot spanningen en vervormingen van metselwerk leiden en daardoor schade veroorzaken.

Deze twee hoofdoorzaken - al dan niet in combinatie met elkaar - leiden tot de gebouwschades, zo concludeert Arcadis. De geconstateerde hoofdoorzaken voor gebouwschade zijn overigens niet uniek voor dit gebied, vergelijkbare schade komt ook elders in Nederland voor.

Daarnaast zijn in het kader van de Herinrichting Veenkoloniën oppervlaktewaterpeilen aangepast (tussen 1990 en 1995). Voor een klein gebied in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied (grotendeels vallend buiten het bodemdalingsgebied) kan dit indertijd tot enige zetting van de ondergrond geleid hebben met risico op gebouwschade. Uit het onderzoek is echter niet gebleken dat deze zetting ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Om hier meer inzicht in te krijgen beveelt Arcadis aan hier nader onderzoek naar te doen.

Andere onderzochte aspecten
Omdat de veenlaag over het algemeen boven de grondwaterstand ligt, hebben veranderingen van het waterpeil geen invloed op het ontstaan van de schade aan gebouwen. Ingrepen in de waterhuishouding zoals het dempen van een deel van het Borgercompagniesterdiep en veranderingen voortvloeiend uit de Herinrichting worden niet als hoofdoorzaak aangemerkt. In algemene zin constateert Arcadis dat aanpassingen van het peilbeheer door het waterschap (noodzakelijk in verband met de bodemdaling) geen effect hebben op de gebouwschade.
Arcadis constateert dat de schade aan de onderzochte gebouwen in het onderzoeksgebied niet wordt veroorzaakt door de bodemdaling die het gevolg is van de zoutwinning door Nedmag. Ook de bodemdaling veroorzaakt door gaswinning in het aangrenzende gebied, heeft geen effect op de schades. Door de bodemdaling bewegen de gebouwen vertikaal met de bodemdaling mee. De krachten die hierdoor op de gebouwen worden uitgeoefend zijn te gering om schade te veroorzaken.

De bevindingen van Arcadis sluiten hiermee aan bij eerdere onderzoeken aan individuele gebouwen verricht door Bureau voor Bouwpathologie en de Technische Commissie Bodembeweging (Tcbb). Zij hebben in 2011-2012 onderzoek verricht naar aanleiding van schademeldingen. Ook sluiten de bevindingen aan bij eerdere wetenschappelijke onderzoeken.

Achtergrond
Als gevolg van onder meer delfstofwinning door Nedmag daalt de bodem in het gebied rondom de winningslocatie. In de regio wordt ook aardgas gewonnen en er zijn in de loop van de tijd ingrepen op de waterhuishouding uitgevoerd, zoals herinrichting en het dempen van kanalen. Nedmag wint magnesiumzout bij Borgercompagnie en Tripscompagnie op een diepte van 1500 tot 1800 meter. Sinds 1993 wint Nedmag zout met behulp van de zogeheten squeezemethode. De zoutwinning heeft bodemdaling tot gevolg. In 2010 bedroeg de maximale bodemdaling 27 cm. De huidige winningsvergunning voorziet in een maximale daling van 65 centimeter.

Schade aan gebouwen kan ontstaan door diverse oorzaken of door een combinatie van oorzaken. Naar aanleiding van de bewonersenquête hebben de vijf betrokken partijen gezamenlijk opdracht gegeven aan Arcadis om hier onderzoek naar te doen. Een werkgroep, met vertegenwoordigers van deze vijf partijen alsmede Staatstoezicht op de Mijnen, begeleidde het onderzoek. Vertegenwoordigers van de dorpsverenigingen Borgercompagnie, Tripscompagnie en de Langeleegte fungeerden als klankbordgroep.

In het verleden zijn in het gebied meerdere onderzoeken gedaan naar de effecten van bodemdaling op de gebouwen en op de waterhuishouding. Ook zijn bouwkundige inspecties aan afzonderlijke woningen in het gebied uitgevoerd. Aanvullend hierop hebben de betrokken partijen diverse deelonderzoeken verricht om nog meer kennis en informatie te krijgen. Arcadis heeft al deze onderzoeken onder de loep genomen en aanvullend onderzoek verricht.
Het vaststellen van mogelijke oorzaken van gebouwschade is op twee manieren aangepakt:
1. Er is nagegaan welke veranderingen in de bodem en in de grondwaterstand ontstaan zijn als gevolg van bodemdaling en/of ingrepen in de waterhuishouding, en of die veranderingen tot schade aan gebouwen kunnen leiden.
2. Daarnaast is gekeken naar de schade aan gebouwen in het bodemdalingsgebied en op basis daarvan is bepaald of de bodemdaling en/of ingrepen in de waterhuishouding een rol spelen.

Vervolg
De ontwikkeling van de bodemdaling zal ondanks de resultaten van het onderzoek gevolgd blijven worden. De bodemdaling wordt tweejaarlijks gemeten. De betrokken partijen initiëren de waterhuishoudkundige maatregelen die nodig zijn om ook in de toekomst te blijven voorkomen dat bodemdaling tot schade leidt.

Bewoners van Borgercompagnie, Tripscompagnie en de Langeleegte zijn schriftelijke op de hoogte gebracht. Voor informatie en vragen kunnen zij terecht bij de Provincie Groningen. Daarnaast wordt voor hen een informatieavond georganiseerd. Deze informatieavond vindt plaats op 30 januari in Hotel Parkzicht, Museumplein 3 in Veendam vanaf 19.45 uur.